→ Czasowniki Nieregularne Część 1 →学習を始める /ダウンロードMP3フラッシュカード

学び始める

質問		答え
piec 学び始める		bakken, bakte, gebakken
wygnać 学び始める		bannen, banden, gebannen
naprezyc, nagiąć 学び始める		spannen, spande, gespannen
żałować, ubolewać 学び始める		spijten, speet, gespeten
rozszczepiać 学び始める		splijten, spleet, gespleten
podarować; nalać 学び始める		schenken; schonk; geschonken
błyszczeć; lśnić 学び始める		glimmen; glom; geglommen
być podobnym; wydawać się 学び始める		lijken; leek; geleken
chwycić; złapać 学び始める		grijpen; greep; gegrepen
ciągnąć; rwać; wyruszyć 学び始める		trekken; trok; getrokken
cierpieć 学び始める		lijden; leed; geleden
czytać 学び始める		lezen; las; gelezen
dać; podać 学び始める		geven; gaf; gegeven
stąpać 学び始める		treden; trad; getreden
dmuchać 学び始める		blazen; blies; geblazen
dostać 学び始める		krijgen; kreeg; gekregen
brzmieć 学び始める		klinken; klonk; geklonken
golić 学び始める		scheren; scheerde; geschoren
gryźć 学び始める		bijten; beet; gebeten
gwizdać 学び始める		fluiten; floot; gefloten
iść 学び始める		lopen; liep; gelopen
jeść 学び始める		eten; at; gegeten
jeździć 学び始める		rijden; reed; gereden
kapać 学び始める		druipen; droop; gedropen
kazać; rozkazać Kazał mi natychmiast wyjść z pokoju. 学び始める		bevelen; beval; bevolen Hij beval mij de kamer onmiddellijk te verlaten.
kląć 学び始める		schelden; schold; gescholden
kłamać 学び始める		liegen; loog; gelogen
uprawiać miłość 学び始める		vrijen; vrijde; gevrijd
kopać; grzebać 学び始める		graven; groef gegraven
kręcić 学び始める		spinnen; spon; gesponnen

Czasowniki nieregularne część 1

コメントを投稿するにはログインする必要があります。

もっと