1. beschikbaar
De burgemeester is nu niet beschikbaar.
Je bent geen eigenaar van dit opslagbestand. Je kunt je voortgang niet opslaan. Trofeeën zijn niet beschikbaar.
2. verkrijgbaar
Het Internet is tegenwoordig overal verkrijgbaar
Het middel is uitsluitend op doktersvoorschrift verkrijgbaar.
Is dit nieuwe model op de markt verkrijgbaar?
オランダ語 "という言葉available"(verkrijgbaar)集合で発生します。
Top 300 adjectives in Dutch 201-250