1. taart
Beter brood zonder boter dan taart zonder vrijheid.
Ik eet graag taart.
Wil je nog wat taart?
Uw taart is nog niet op.
Ze verdeelde de taart in vijf stukken.
Als ze geen brood hebben, laat ze dan taart eten!
オランダ語 "という言葉cake"(taart)集合で発生します。
Dutch Milestone A1 1