辞書 英語 - オランダ語
- 
hall オランダ語:
1. 
zaal
Het concert was leuk, maar het was wel koud in de zaal.
Er passen krap vijftig mensen in deze zaal.
オランダ語 "という言葉hall"（zaal）集合で発生します。
engels unit 1 woordjesEngels H1 S1
2. 
hal
Vanuit de hal kun je naar de woonkamer, de keuken en de wc, of met de trap naar boven, waar de slaapkamers en de badkamer zijn.
In dit verslag wordt de capaciteit van de hal overdreven.
オランダ語 "という言葉hall"（hal）集合で発生します。
Kamers in het huis in het Engelsen - nl unit 1 sb 1
