1. later
Als ik later groot ben, wil ik koning worden.
Tot later!
Later, in zijn hotelkamer, dacht hij aan haar, aan dat ze hem morgen waarschijnlijk zou ontmoeten.
Een week later stortte het huis in.
Later, toen ze weg waren gegaan, was er geen levende ziel meer te bekennen op de kade, de stad met zijn cipressen leek totaal uitgestorven, maar de zee bruiste nog en sloeg tegen de kust.
Ze komen gewoonlijk later thuis dan wij.
Onthou dat je vrouwen en taxi's niet achterna loopt, even later komen er nog.
Gelukkig kon ik weken later met mijn kinderen bellen.
Direct nadat de piste geprepareerd is, is het er goed skiën, maar later op de dag ontstaan er plekken waar het gras door de sneeuw heen komt.
Kan je me later bellen, alsjeblieft?
Zou je misschien later kunnen terugbellen?
Als je later groot en sterk wilt worden, moet je veel spinazie en boterhammen met pindakaas eten.
Breek er je hoofd niet op om je zijn naam te herinneren! Later zal je hem plots vanzelf herinneren!
Hallo, ik ben er even niet. Laat een boodschap achter of bel later terug. Bedankt.
Niet nu maar later, graag!
オランダ語 "という言葉later"(later)集合で発生します。
De populairste Engelse woorden 301 - 3502000 Most Used Dutch Words (1/2)Werkwoorden op frekwentieDe tijd - Time