1. het recht
Iedereen heeft hier het recht om zijn eigen mening te uiten.
オランダ語 "という言葉right"(het recht)集合で発生します。
Most common Dutch words 501 - 5502. recht
Recht je rug!
Wie de kracht heeft, heeft het recht.
Iedereen heeft recht op een staatsburgerschap.
Geld dat stom is, maakt recht wat krom is.
Eensgezind stonden de toeschouwers recht en applaudisseerden.
Waar niets is, verliest de keizer zijn recht.
Dat deed mijn haar recht komen.
Hij had, geloofde ik, het recht niet om dat te doen.
Ga altijd recht vooruit!
We erkennen je recht op dit eigendom.
Iedereen, die Esperanto gebruikt of er voor werkt, is esperantist, en iedere esperantist heeft het volle recht in Esperanto alleen een eenvoudige taal te zien, een koud middel om elkaar internationaal te verstaan.
De tuinier heeft de haag recht gesnoeid.
オランダ語 "という言葉right"(recht)集合で発生します。
De populairste Engelse woorden 1 - 502000 Most Used Dutch Words (1/2)