1. hemd
Ik zou dit hemd willen inruilen, dat ik gisteren gekocht heb.
Mijn hemd is nog niet droog.
Dit hemd moet gestreken worden.
Hij betaalde maar tien dollar voor het hemd.
Probeer dit hemd, het is gemaakt van puur katoen.
Hij had zijn hemd binnenste buiten aan.
オランダ語 "という言葉shirt"(hemd)集合で発生します。
Kleding in het Engels2. overhemd
Ik heb mijn overhemd gewassen.
Terwijl ze het pak voor Dima haalde, merkte de verkoopster op dat hij bloedvlekken op zijn overhemd had, en kon er alleen maar geschokt naar staren.
3. shirt
Dit shirt moet gestreken worden.
オランダ語 "という言葉shirt"(shirt)集合で発生します。
Dutch Milestone A1 14. het hemd
オランダ語 "という言葉shirt"(het hemd)集合で発生します。
10. Clothing