1. ruiken
Knijp je neus dicht opdat je de stank niet zou ruiken.
Lelies ruiken zoet.
オランダ語 "という言葉smell"(ruiken)集合で発生します。
Engels hoofdstuk 66.5 EASTERN TASTE2. geur
De geur van rozen vulde de kamer.
Deze bloem heeft een zoete geur.
De geur van gemaaid gras roept beelden op van hete zomermiddagen.