1. onplezierig
オランダ語 "という言葉unpleasant"(onplezierig)集合で発生します。
Top 300 adjectives in Dutch 151-2002. vervelend
Het laatste weekeind was vervelend voor mij.
3. onaangenaam
De oudere geleek zo op haar moeder door haar karakter en aangezicht, dat iedereen die haar zag kon denken dat hij de moeder zag; ze waren allebei zo onaangenaam en zo fier, dat men er niet kon mee samenleven.
Een onaangenaam gevoel is nooit goed.