1. doos
Als je goed kijkt dan zie je dat de doos een valse bodem heeft.
Lieve hemel, wat een enorme doos!
Deze doos is gevuld met appels.
Deze doos heeft een andere kleur dan die daar.
Ik heb de lege doos gevonden.
De doos is bijna leeg.
De doos was leeg toen ik hem openmaakte.
Ik kan dingen in een doos steken.
Deze doos is leeg. Er zit niets in.
Wat zit er in de doos?
Hij nam de zware doos van de plank.
Deze doos is zo groot dat hij niet in mijn tas past.
2. uitchecken