1. de bron
de bron van inkomsten
オランダ語 "という言葉la source"(de bron)集合で発生します。
FRANS HCE U2,4,5,6,9,11,13 FR-NL2. bron
Het water uit die bron is drinkbaar.
Op een dag, toen ze bij die bron was, kwam een arme vrouw naar haar, en vroeg haar om haar te drinken te geven.