1. blijf
Hoelang blijf je?
Blijf mij op de hoogte houden.
Blijf nog even zitten.
Ik blijf thuis.
Blijf rustig.
Als het regent, blijf ik.
Zolang ik adem blijf ik hopen.
Blijf in bed tot volgende maandag.
Schoenmaker, blijf bij je leest.
Zuip de hele dag, maar blijf meester van uw daden.
Een ogenblikje alstublieft - blijf aan de lijn.
Blijf zwemmen tot je aan je grens zit.
Wat een snertweer vandaag! Ik blijf lekker binnen.
Wat er ook gebeurt, blijf rustig.
Ik blijf tot uw beschikking.