辞書 ポーランド語 - オランダ語

język polski - Nederlands, Vlaams

łapać オランダ語:

1. vangen vangen


Men moet vossen met vossen vangen.
/ vang/ ving(en)/ h. gevangen
Katten vangen muizen.
Er is een dief nodig om een dief te vangen.
Met onwillige honden is het slecht hazen vangen.
Om een stier te vangen, grijp hem bij de horens.
De inboorlingen vangen regenwater op en bewaren het om het te drinken.

オランダ語 "という言葉łapać"(vangen)集合で発生します。

500 czasowników po niderlandzku 201 - 250
N Beetje Willem Barentsz 3
P Beetje Willem Barentsz 3
czasowniki neregularne

2. vangst vangst



オランダ語 "という言葉łapać"(vangst)集合で発生します。

dzien pierwzsy sluchanie