1. lijken
Zij lijken zo op elkaar.
Deze twee bladeren lijken op elkaar.
też: 1. gelijken, 2. schijnen, 3. passen
Sluit u aan bij mensen die betrouwbaar lijken.
Ze lijken zo op elkaar dat ik ze nooit uit elkaar kan houden.
Hun kleren lijken erg op die van onze voorouders.
Gelukkige gezinnen lijken alle op elkaar, ieder ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.
Bill en zijn jongere broer lijken helemaal niet op elkaar.
Ik zal de maatregelen nemen die mij noodzakelijk lijken.
De lokale schoolcommissie zou over lijken gaan om dat boek te verbieden.
Japanse vrouwen lijken klein en vriendelijk.
Op het eerste gezicht lijken de twee bussen op elkaar.
Voor velen lijken de veranderingen onvermijdelijk.
オランダ語 "という言葉być podobnym"(lijken)集合で発生します。
1000 najpopularniejszych słów po niderlandzku 751 ...czasowniki HolenderskieCzasowniki holenderskie2. lijken op
オランダ語 "という言葉być podobnym"(lijken op)集合で発生します。
czasowniki że stałym przyimkiem