1. chocola
Zussen en chocola maken het leven dragelijk.
Lust je witte chocola?
オランダ語 "という言葉czekolada"(chocola)集合で発生します。
2.11 in de pauzeProdukty spożywczewarzywa i owoce2. de chocola
3. chocolade
Ik hou van chocolade.
Kom naar Transkarpatië, we zullen blij zijn u te ontvangen, we zullen u onthalen met zelfgestookte wodka en varkensvet in chocolade!
Wie wil er warme chocolade?
Ik ben op dieet, en ik zou willen weten of ge van chocolade verdikt.
Gelukkige chocolade die, na de wereld te hebben doorkruist doorheen de glimlach van de vrouwen, de dood vond in een heerlijke en smeltende kus van hun mond.
オランダ語 "という言葉czekolada"(chocolade)集合で発生します。
Holenderski rozdział 1de woorden part 1słówka zo gezegd 1 i 2