1. aarde
De aarde is rond.
Hawaï is een paradijs op aarde.
Ooit hebben mensen gedacht dat de aarde plat was.
Miljoenen op aarde hebben honger.
Het leven houdt nooit op, het leven op aarde wel.
Niemand weet wanneer de Aarde ontstaan is.
Voelde je de aarde bewegen?
De aarde kan voorzien in onze behoeften, maar niet in onze hebzucht.
Leven er intelligente wezens op aarde?
Morgenrood, aarde in nood. Avondrood, reactor verkloot.
Wanneer Vin Diesel zich opdrukt, duwt hij niet zichzelf omhoog, maar de aarde omlaag.
De aarde ziet er van bovenaf uit als een sinaasappel.
Wij wonen op de planeet Aarde.
De enige manier om op aarde het geluk te vermenigvuldigen is het te verdelen.
In feite warmt de aarde op.
2. de grond
Hij is op de grond gevallen.
Lig niet op de grond!
オランダ語 "という言葉gleba"(de grond)集合で発生します。
1000 rzeczowników po niderlandzku 701 - 7503. bodem
Als je goed kijkt dan zie je dat de doos een valse bodem heeft.
Er is nog wat wijn op de bodem van het glas.