辞書 ポーランド語 - オランダ語

język polski - Nederlands, Vlaams

kłócić się オランダ語:

1. ruzie maken ruzie maken


Kinderen, stop met ruzie maken!

オランダ語 "という言葉kłócić się"(ruzie maken)集合で発生します。

500 czasowników po niderlandzku 101 - 150
P Messenger 4
N Messenger 4

2. ruzie ruzie


Maak geen ruzie in het bijzijn van iedereen.
Het leek erop dat de ruzie eindelijk uitgepraat zou worden, toen Mark olie op het vuur gooide door te beginnen over de vraag wie de schuldige was.
De ruzie kwam voort uit de rivaliteit tussen de twee landen.