1. opstaan
Ik vind vroeg opstaan belangrijk.
De man die gevallen was, kon niet opstaan.
Ik doe altijd lichaamsoefeningen na het opstaan en voor het slapengaan.
Het eerste wat je als beginnend skiër moet leren, is opstaan. Daarna leer je remmen en ploegbochten maken.
オランダ語 "という言葉wstać"(opstaan)集合で発生します。
500 czasowników po niderlandzku 101 - 150PERFECTUM z ZIJN