1. bedenken
Ik kan niks bedenken.
Hij kon met geen mogelijkheid iets bedenken om te doen.
Als God niet bestond, zou het de moeite waard zijn om Hem te bedenken.
Wie paard of vrouw zoekt zonder gebreken, die mag zijn werk wel in de steek laten en bedenken dat zijn bed en stal voor eeuwig leeg zullen blijven.
オランダ語 "という言葉wymyślać"(bedenken)集合で発生します。
Hij doet het nog steeds nietHoe ouder, hoe wijzer