辞書 ポーランド語 - オランダ語

język polski - Nederlands, Vlaams

zabrać ze sobą オランダ語:

1. meenemen meenemen


Wat moet ik meenemen?
Meenemen of hier opeten?

2. meegenomen


Ik heb mijn kleren meegenomen om te wassen.
Ik heb wat van mijn boeken meegenomen om te lezen.