辞書 ポーランド語 - オランダ語

język polski - Nederlands, Vlaams

zapisać オランダ語:

1. noteren noteren


Ik heb het nummer van de auto niet kunnen noteren.
Ik heb de nummerplaat van de auto niet kunnen noteren.

2. opslaan opslaan


Je bent geen eigenaar van dit opslagbestand. Je kunt je voortgang niet opslaan. Trofeeën zijn niet beschikbaar.

3. bijschreven



4. vastleggen



オランダ語 "という言葉zapisać"(vastleggen)集合で発生します。

Dan heb ik je verkeerd begrepen.

5. bewaren


Kun je eieren bewaren buiten de koelkast?
Wat hij ook doet moet je kalmte bewaren
Esperanto gebruiken om internationaal te communiceren is een oplossing om de taaldiversiteit te bewaren.
Wilt ge vlees lang bewaren, vries het dan in.

6. besparen


Als men deze moderne machine gebruikt, zal men werkkracht besparen.

オランダ語 "という言葉zapisać"(besparen)集合で発生します。

holenderskie słówka

7. bewaar


Ik bewaar mijn hamer in de gereedschapskist.

8. sparen


Ze sparen hun geld voor de aankoop van een huis.
Bij de rijken leert men sparen, bij de armen koken.
Kosten noch moeite sparen.
Zijn levensdoel is geld te sparen.
Als je dat waterpistool wilt hebben, moet je er zelf maar voor sparen. Ik kan geen speelgoed voor je blijven kopen. Het geld groeit niet op m'n rug.
Je moet altijd een appeltje voor de dorst sparen.

オランダ語 "という言葉zapisać"(sparen)集合で発生します。

język holenderski