辞書 ポーランド語 - オランダ語

język polski - Nederlands, Vlaams

zmieniać się オランダ語:

1. variëren variëren



2. Wisselen Wisselen


van plaats wisselen
Alvorens ergens naartoe te gaan zouden we wat geld moeten wisselen.

オランダ語 "という言葉zmieniać się"(Wisselen)集合で発生します。

holenderskie słówka