1. zwembad
Hoeveel liter water is er in dat zwembad?
Dit hotel heeft een sportzaal en een zwembad.
Hij sprong in het zwembad.
Dit zwembad is geopend voor het publiek.
Het meisje dat in het zwembad zwemt is mijn nicht.
オランダ語 "という言葉piscina"(zwembad)集合で発生します。
A1 nederlands