→ Frans Hoofdstuk 3 →学習を始める /ダウンロードMP3フラッシュカード

質問		答え
l'anniversaire 学び始める		de verjaardag
le frère 学び始める		de broer
la sœur 学び始める		de zus
la père 学び始める		de vader
la mère 学び始める		de moeder
le garçon 学び始める		de jongen
la fille 学び始める		het meisje
la copine 学び始める		de vriendin
l'âge 学び始める		de leeftijd
inviter 学び始める		uitnodigen
venir 学び始める		komen
combien 学び始める		hoeveel
il s'appelle 学び始める		hij heet
elle veut 学び始める		zij wil
Tu as un frère 学び始める		heb jij een broer
Oui, j'ai un frère 学び始める		Ja, ik heb een broer
il s'appelle comment 学び始める		Hoe heet hij
il s'appelle Valentin 学び始める		hij heet Valentin
il a quel âge 学び始める		Hoe oud is hij
il a onze ans 学び始める		Hij is elf jaar
Qu'est-ce que c'est 学び始める		wat is dat
nouveau/nouvelle 学び始める		nieuw
quand 学び始める		wanneer
seulement 学び始める		alleen maar
la famille 学び始める		de familie
le grand-père 学び始める		de grootvader
la grand mère 学び始める		de grootmoeder
l'oncle 学び始める		de oom
la tante 学び始める		de tante
le cousin 学び始める		de neef
la cousine 学び始める		de nicht
l'enfant 学び始める		het kind
les parents 学び始める		de ouders
comme moi 学び始める		net als ik
petit(e) 学び始める		klein (e)
le village 学び始める		het dorp
la maison 学び始める		het huis
la rue 学び始める		de straat
la chambre 学び始める		de (slaap) kamer
janvier 学び始める		Januari
février 学び始める		Februari
mars 学び始める		Maart
avril 学び始める		April
mai 学び始める		Mei
juin 学び始める		Juni
juillet 学び始める		Juli
août 学び始める		Augustus
septembre 学び始める		September
octobre 学び始める		Oktober
novembre 学び始める		November
décembre 学び始める		December
C'est quand ton anniversaire 学び始める		Wanneer is je verjaardag
C'est le cinq février 学び始める		dat is op 5 februari
Tu vas avoir quel âge 学び始める		Hoe oud word jij
Je vais avoir treize ans 学び始める		Ik word dertien jaar
chez 学び始める		bij
l'appartement 学び始める		het appartement
les meubels 学び始める		de meubels
fêter 学び始める		vieren
le cadeau 学び始める		het cadeau
la tèlè 学び始める		de televisie
l'année 学び始める		het jaar
après 学び始める		daarna
avant 学び始める		voor (tijd)
tout le monde 学び始める		iedereen
ranger 学び始める		opruimen
bon anniversaire 学び始める		gefeliciteerd met je verjaardag
c'est fini 学び始める		het is uit, het is over
vraiment 学び始める		echt
la coleur 学び始める		de kleur
orange 学び始める		oranje
jaune 学び始める		geel
noir 学び始める		zwart
rouge 学び始める		rood
blanc/blanche 学び始める		wit / wit
vert 学び始める		groen
bleu 学び始める		blauw
rose 学び始める		roze
brun 学び始める		bruin
la chaise 学び始める		de stoel
le lit 学び始める		het bed
le mur 学び始める		de muur
l'armoire 学び始める		de kast
le bureau 学び始める		het bureau
le poster 学び始める		poster
coûter 学び始める		kosten
Tu habites à la campagne 学び始める		woon je op het platteland
Non j'habite en ville 学び始める		Nee, ik woon in de stad
Quelle est ta couleur préférée 学び始める		Wat is je favoriete kleur
C'est le rouge 学び始める		Het is rood
la campagne 学び始める		het platteland
la ville 学び始める		de stad
le chien 学び始める		de hond
la voiture 学び始める		de auto
le jardin 学び始める		de tuin
l'entrée 学び始める		de hal, ingang
la salle de bains 学び始める		de badkamer
la cuisine 学び始める		de keuken
les toilettes 学び始める		het toilet
le salon 学び始める		de woonkamer
l'ordinateur 学び始める		de computer
la table 学び始める		de tafel
au premier étage 学び始める		op de eerste verdieping
au grenier 学び始める		de zolder
dans 学び始める		in
sous 学び始める		onder
devant 学び始める		voor
sur 学び始める		op
à côté de 学び始める		naast
derrière 学び始める		achter
Où est ta chambre 学び始める		Waar is je slaapkamer
Ma chambre est au grenier 学び始める		Mijn kamer is op zolder
Il y a un ordinateur dans ta chambre 学び始める		is er een computer in je kamer
Oui il y a un ordinateur dans ma chambre 学び始める		Ja, er is een computer in mijn kamer
Qu'est-ce que tu fais dans ta chambre 学び始める		Wat doe jij in je slaapkamer
je fais mes devoirs 学び始める		Ik maak huiswerk
j'ai 学び始める		Ik heb
tu as 学び始める		je hebt
il/elle a 学び始める		hij / zij heeft
on a 学び始める		wij hebben
nous avons 学び始める		wij hebben
vous avez 学び始める		jullie hebben/u heeft
ils/elles ont 学び始める		zij hebben
mon ma mes 学び始める		Mijn
ton ta tes 学び始める		je
son sa ses 学び始める		zijn/haar
notre nos 学び始める		onze
votre vos 学び始める		jullie/uw
leur leurs 学び始める		hun

Frans hoofdstuk 3

コメントを投稿するにはログインする必要があります。

もっと