Grammatica Frans Hfst 1 en 2

 0    78 フィッシュ    nigelvdeerden
mp3をダウンロードする 印刷 遊びます 自分をチェック
 
質問 答え
j'habite
学び始める
Ik woon
tu habites
学び始める
je leeft
il/ elle habite
学び始める
hij / zij woont
on habite
学び始める
men/wij leeft
nous habitons
学び始める
wij wonen
vous habitez
学び始める
jullie/ u leeft
ils/ elles habitent
学び始める
zij leven
je choisis
学び始める
ik kies
tu choisis
学び始める
jij kiest
il / elle choisit
学び始める
hij / zij kiest
on choisit
学び始める
wij/ men kiezen
nous choisissons
学び始める
we kiezen
vous choisissez
学び始める
u/ jullie kiest
ils/ elles choisissent
学び始める
zij kiezen
je réponds
学び始める
ik antwoord
tu réponds
学び始める
je antwoord
il / elle répond
学び始める
hij / zij antwoordt
on répond
学び始める
wij / men antwoordt
nous répondons
学び始める
we beantwoorden
vous répondez
学び始める
u / jullie antwoord(en)
ils / elles répondent
学び始める
zij antwoorden
je chantais
学び始める
ik zong
tu chantais
学び始める
je zong
il / elle chantait
学び始める
hij / zij zong
on chantait
学び始める
men/ wij zongen
nous chantions
学び始める
we zongen
vous chantiez
学び始める
jullie/ u zingen
ils / elles chantaient
学び始める
zij zongen
mon
学び始める
mijn (mannelijk)
ma
学び始める
mijn (vrouwelijk)
mes
学び始める
mijn (meerv)
ton
学び始める
jouw (mannelijk)
ta
学び始める
jouw (vrouwelijk)
tes
学び始める
jouw (meev)
son
学び始める
zijn (mannelijk)
sa
学び始める
zijn (vrouwelijk)
ses
学び始める
zijn (meerv)
notre
学び始める
onze (mannelijk)
nos
学び始める
onze (meerv)
votre
学び始める
uw/ jullie (mannelijk)
vos
学び始める
uw/ jullie (meerv)
leur
学び始める
hun (mannelijk)
leurs
学び始める
hun (meerv)
le mien, la mienne
学び始める
de mijne mannelijk, vrouwelijk
les miens, les miennes
学び始める
de mijne, de mijn, meervoud mannelijk vrouwelijk
le tien, la tienne
学び始める
jouwe, de jouwe mannelijk vrouwelijk
les tiens, les tiennes
学び始める
jouwe, de jouwe meervoud mannelijk vrouwelijk
le sien, la sienne
学び始める
hem, van haar enkelvoud
les siens, les siennes
学び始める
hem, van haar meervoud
je partirai
学び始める
ik vertrek
tu partiras
学び始める
jij vertrekt
il/elle partira
学び始める
hij / zij zal vertrekken
on partira
学び始める
we zullen vertrekken
nous partirons
学び始める
we zullen vertrekken
vous partirez
学び始める
jullie zullen vertrekken
ils/elles partiront
学び始める
ze zullen vertrekken
je viens
学び始める
ik kom
tu viens
学び始める
jij komt
il/elle vient
学び始める
hij / zij komt
on vient
学び始める
wij komen
nous venons
学び始める
wij komen
vous venez
学び始める
jullie komen
ils/elles viennent
学び始める
ze komen
je suis venu
学び始める
ik ben gekomen
je venais
学び始める
ik kwam
tu venais
学び始める
je kwam
il/elle venait
学び始める
hij / zij kwam
on venait
学び始める
wij/men kwam(en)
nous venions
学び始める
we kwamen
vous veniez
学び始める
jullie kwamen
ils/elles venaient
学び始める
ze kwamen
je viendrai
学び始める
Ik zal komen
tu viendras
学び始める
jij zal komen
il/elle viendra
学び始める
hij / zij zal komen
on viendra
学び始める
wij/men zullen komen
nous viendrons
学び始める
we zullen komen
vous viendrez
学び始める
jullie zullen komen
ils/elles viendront
学び始める
zij zullen komen

コメントを投稿するにはログインする必要があります。