→ 2 - Nederlands In Gang A2 →学習を始める /ダウンロードMP3フラッシュカード

質問		答え
huiswerk 学び始める		homework
vragen 学び始める		ask
haring 学び始める		herring
nieuwe 学び始める		New
speurtocht 学び始める		quest
speuren 学び始める		trace
tocht 学び始める		tour
gracht 学び始める		canal
weg 学び始める		road
de laan 学び始める		the avenue
het fietspad 学び始める		the bike path
kruispunt 学び始める		crossroad
de rotonde 学び始める		roundabout
stoep 学び始める		doorstep
het stoplicht 学び始める		the traffic light
het trottoir 学び始める		the pavement
verkeerslicht 学び始める		traffic light
straat 学び始める		street
de brug 学び始める		the bridge
rechtdoor 学び始める		straight
rechtaf 学び始める		turn right
linksaf 学び始める		left
omdraaien 学び始める		turn
naast 学び始める		next
ziekenhuis 学び始める		hospital
hoe kom ik bij het 学び始める		How do I get to the
Mag ik? 学び始める		Can I?
neemt u mij niet kwalijk, weer u waar het is 学び始める		you excuse me, again, where it is
ik ben op zoek naar 学び始める		I'm looking for
waar is de? 学び始める		where is the?
mag ik u iets vragen? 学び始める		may I ask you something?
Hoe kom ik bij het station? 学び始める		How do I get to the station?
naar 学び始める		to
weer 学び始める		again
eerste 学び始める		first
alstublieft 学び始める		please
geen 学び始める		no
het plein 学び始める		the square
het park 学び始める		the park
meneer 学び始める		Mr.
ja hoor. 学び始める		yes.
volgende 学び始める		next
kruising 学び始める		crossing
tweede 学び始める		second
kijken 学び始める		look
moet 学び始める		must
gedaan 学び始める		done
links 学び始める		left
Ga naar rechts bij 学び始める		Turn right at
uiterlijk 学び始める		appearance
huisdieren 学び始める		pets
kat 学び始める		cat
hond 学び始める		dog
vis 学び始める		fish
cavia 学び始める		guinea pig
het gezin 学び始める		the family
opa 学び始める		grandfather
oma 学び始める		granny
tante 学び始める		aunt
oom 学び始める		uncle
neef 学び始める		cousin
nicht 学び始める		niece
lang 学び始める		long
gemiddeld 学び始める		average
klein 学び始める		little
blond 学び始める		blond
bruin 学び始める		brown
zwart 学び始める		black
rood 学び始める		red
grijs 学び始める		gray
steil haar 学び始める		straight hair
krullen haar 学び始める		curl hair
bril 学び始める		glasses
geen bril 学び始める		no glasses
bruine ogen 学び始める		brown eyes
groene ogen 学び始める		green eyes
blauwe ogen 学び始める		blue eyes
kaal 学び始める		bald
oudste 学び始める		senior
jongen 学び始める		boy
meisje 学び始める		girl
jong 学び始める		young
oud 学び始める		old
volwassen 学び始める		adult
niet zo lang 学び始める		not so long
Hoe hen jij? 学び始める		How do you know them?
Waarom is zij hier? 学び始める		Why is she here?
mijn 学び始める		my
jouw / je 学び始める		your / you
uw 学び始める		your
zijn 学び始める		his
Haar 学び始める		her
ons / onze 学び始める		our / ours
jullie 学び始める		you/yours
Hun 学び始める		Their
middennacht 学び始める		midnight
Ik ben jarig in november 学び始める		My birthday is in November
Ik ben geboren in 学び始める		I was born in
Mijn ver jaardag is in 学び始める		My anniversary is in far
herfst 学び始める		autumn
voor jaar 学び始める		Spring
Lente 学び始める		Spring
Zomer 学び始める		Summer
Winter 学び始める		Winter

2 - Nederlands in gang A2

コメントを投稿するにはログインする必要があります。

もっと