1. telefoneren
Waar kunnen we telefoneren?
Vraag hem alstublieft om naar mij te telefoneren.
Nu moet ik even telefoneren.
Ik wil hem telefoneren, hebt ge zijn nummer?
Mijn ouders telefoneren mij alle dagen.
Is telefoneren na 9 uur goedkoper?
オランダ語 "という言葉telefonieren"(telefoneren)集合で発生します。
niemiecki jest zdawane fest