1. zorg
Zorg voor je.
De boer bewerkt met zorg zijn land.
Zijn gedrag is mijn belangrijkste zorg.
オランダ語 "という言葉care"(zorg)集合で発生します。
2000 Most Used Dutch Words (1/2)2. schelen
Het kan me geen barst schelen!
Kan het ons wat schelen?
Ik zou willen dat mijn cijfers me meer konden schelen, maar het lijkt erop dat ik op een gegeven moment in mijn leven besloten heb dat die niet zo belangrijk meer zouden zijn.
Je zou je tong zeven keer in je mond moeten ronddraaien voordat je spreekt, dat zou je een boel zorgen en misverstanden schelen.
Eerlijk, liefje, het kan mij niet schelen.
Het kan me niet schelen wat hij doet.
Het kan me niet schelen of hij akkoord gaat of niet.
3. opvang
Voor de bewoners is opvang geregeld in een sporthal.
4. verzorging
Voor ieder dier is de verzorging verschillend.