1. verliezen
Veel bomen verliezen hun bladden in de herfst.
De moed verliezen.
Je gezondheid verliezen is erger dan geld te verliezen.
Beter weinig winnen dan veel verliezen.
Zonder fantasie zouden mensen de moed verliezen om verder te leven.
Probeer gewicht te verliezen door te joggen.
Het is absurd het studentenleven te verliezen aan nietsdoen.
Zonder hem zou onze firma haar echte functie verliezen.
Ge hebt mij mijn geduld doen verliezen.
Ooit zal er een tijd komen dat Esperanto, gemeenschappelijk bezit geworden van het hele mensdom, zijn karakter van een idee zal verliezen: dan zal het alleen maar een taal worden, men zal er niet meer om strijden, men zal er enkel nut blijven uit halen.
Ik zal niet verliezen!
En trouwens, haastte Dima zich toe te voegen, terwijl hij zijn rekenmachientje tevoorschijn haalde en 0,99 deelde door 3.000.000, alvorens het te vermenigvuldigen met 100, "u realiseert zich toch wel dat u maar 0,0033% zou verliezen, hè?"
Het belangrijkste gebrek van genieën is dat ze niet kunnen verliezen.
Het bedrijf lijdt grote verliezen.
Ik wil niet het risico lopen het te verliezen.
2. verloren
Heeft u gewicht verloren?
Om jou de waarheid te vertellen, ik ben jouw pen verloren.
En zo raakte Pandark verloren in zijn kamer en zag men hem nooit meer terug. Sommigen zeiden dat hij van honger omkwam, anderen zeiden dat hij nog steeds ronddwaalt op zoek naar zijn CD's.
Ik ben verloren gelopen vorige keer dat ik u bezocht.
Trek je wandelschoenen aan en laat geen tijd verloren gaan.
Of ik ben mijn uurwerk verloren, of iemand heeft het gestolen.
Ge hebt juist een stuk van 50 cent verloren.
Ik ben het die haar gevonden heb. Ze was het bewustzijn verloren, dus heb ik haar naar de verpleging gebracht.
Het speet mij dat ik zoveel tijd verloren had.
Ik ben het uurwerk verloren dat mijn vader mij gegeven had.
U zult wel verdrietig zijn, omdat u een vriend bent verloren.
We hebben in de prijzenstrijd van onze rivaal verloren.
Ze ging in het bos om haar verloren kind te zoeken.
Uitgesteld is niet verloren.
Ik ben mijn paraplu ergens in het park verloren. Ik moet een nieuwe kopen.