1. staart
Daar is kop noch staart aan te krijgen.
De hond heeft de vis met graat en staart en alles opgegeten.
Een konijn heeft lange oren en een korte staart.
Het venijn zit in de staart.
De jongen greep de hond bij de staart.
Het bleek dat dit gerucht noch kop noch staart had.
オランダ語 "という言葉ogon"(staart)集合で発生します。
van Dale W DRODZE