→ My Lesson →学習を始める /ダウンロードMP3フラッシュカード

質問		答え
That 学び始める		Dat
The village 学び始める		Het dorp
a 学び始める		een
born 学び始める		geboren
hello 学び始める		hallo
i 学び始める		ik
in 学び始める		in
you 学び始める		je
come 学び始める		komen
the country 学び始める		het land
read 学び始める		lezen
listen 学び始める		luisteren
now 学び始める		nu
write 学び始める		schrijven
speak 学び始める		spreken
the city 学び始める		de stad
out 学び始める		uit
who 学び始める		wie
live 学び始める		wonen
are 学び始める		zijn
go 学び始める		gaan
none 学び始める		geen
married 学び始める		getrouwd
have 学び始める		hebben
the child 学び始める		het kind
learn 学び始める		leren
the month 学び始める		de maand
to 学び始める		naar
the netherlands 学び始める		Nederland
dutch 学び始める		Nederlands
not 学び始める		niet
school 学び始める		de school
work 学び始める		werken
the shop 学び始める		de winkel
the number 学び始める		het cijfer
the daughter 学び始める		de dochter
the boy 学び始める		de jongen
the girl 学び始める		het meisje
telling about 学び始める		vertellen over
the son 学び始める		de zoon
one 学び始める		één
the alphabet 学び始める		het alfabet
and 学び始める		en
a short moment 学び始める		even
how 学び始める		hoe
sure 学び始める		hoor
yes 学び始める		ja
you 学び始める		je
the class 学び始める		de klas
correct 学び始める		kloppen
the letter 学び始める		de letter
my 学び始める		mijn
maybe 学び始める		misschien
can, may 学び始める		mogen
the name 学び始める		de naam
next to 学び始める		naast
okay 学び始める		Oke
write down 学び始める		opschrijven
write 学び始める		schrijven
spell 学び始める		spellen
the telephone 学び始める		de telefoon
the telephone number 学び始める		het telefoonnummer
wait 学び始める		wachten
set, put 学び始める		zetten
sit 学び始める		zitten
the surname 学び始める		de achternaam
the address 学び始める		het adres
call 学び始める		bellen
then 学び始める		dan
own 学び始める		eigen
the email 学び始める		de e-mail
the form 学び始める		het formulier
the date of birth 学び始める		de geboortedatum
the llace of birth 学び始める		de geboorteplaats
the municipality 学び始める		de gemeente
the gender 学び始める		het geslacht
the house number 学び始める		het huisnummer
fill in 学び始める		invullen
the man 学び始める		de man
with 学び始める		met
the nationality 学び始める		de nationaliteit
the postcode 学び始める		de postcode
fast 学び始める		snel
the street 学び始める		de straat
the name 学び始める		de naam
ask 学び始める		vragen
the woman 学び始める		de vrouw
what 学び始める		wat
the place of residence 学び始める		de woonplaats
so 学び始める		zo
the banana 学び始める		de banaan
the groceries 学び始める		de boodschappen
the lemon 学び始める		de citroen
do 学び始める		doen
so 学び始める		dus
the food 学び始める		het eten
great 学び始める		fijn
the fruit 学び始める		het fruit
go 学び始める		gaan
the vegetable 学び始める		de groente
you 学び始める		jij
the chicken 学び始める		de kip
to buy 学び始める		kopen
sweet 学び始める		lief
the market 学び始める		de markt
or 学び始める		of
as well 学び始める		ook
about 学び始める		over
to talk 学び始める		praten
the orange 学び始める		De sinaasappel
the supermarket 学び始める		de supermarkt
at home 学び始める		thuis
turn 学び始める		de beurt
for example 学び始める		bijvoorbeeld
shopping list 学び始める		de boodschappenlijst
day 学び始める		de dag
thank you 学び始める		dank u
euro 学び始める		de euro
the weight 学び始める		het gewicht
with pleasure 学び始める		graag
gram 学び始める		de gram
something 学び始める		iets
cheese 学び始める		de kaas
kilo 学び始める		de kilo
sir 学び始める		meneer
madame 学び始める		mevrouw
no 学び始める		nee
salesperson 学び始める		verkoper
tell 学び始める		zeggen
butchery 学び始める		slagerij
bakery 学び始める		bakkerij
fishing shop 学び始める		viswinkel
cheese shop 学び始める		kaaswinkel
almost never 学び始める		bijna nooit
mostly 学び始める		meestal
far 学び始める		ver
close to 学び始める		dicht bij
neighborhood 学び始める		buurt
cheap 学び始める		goedekoop
expensive 学び始める		duur
of course, naturally 学び始める		natuurlijk
may I ask you something? 学び始める		mag ik je iets vragen?
fancy, feel like 学び始める		zin hebben
kitchen 学び始める		keuken
sofa 学び始める		bank
get it 学び始める		snap het
empty 学び始める		leeg
Monday 学び始める		maandag
Tuesday 学び始める		dinsdag
Wednesday 学び始める		woensdag
Thursday 学び始める		donderdag
Friday 学び始める		vrijdag
Saturday 学び始める		zaterdag
Sunday 学び始める		zondag
other, different 学び始める		ander
at, by 学び始める		bij
the neighbor 学び始める		de buurvrouw
called 学び始める		heten
here 学び始める		hier
know 学び始める		kennen
new 学び始める		nieuw
understand 学び始める		begrijpen
think 学び始める		denken
watch 学び始める		kijken
lie 学び始める		liggen
opening hours 学び始める		openingstijden
to 学び始める		tot
hour 学び始める		het uur
know 学び始める		weten
to offer 学び始める		aanbieden
the baby 学び始める		de baby
the visit 学び始める		het bezoek
to come in 学び始める		Binnenkomen
upstairs 学び始める		boven
to drink 学び始める		drinken
small 学び始める		klein
the coffee 学び始める		de koffie
nice 学び始める		leuk
easy 学び始める		makkelijk
mommy 学び始める		mama
daddy 学び始める		papa
come along 学び始める		meegaan
the milk 学び始める		de melk
to take 学び始める		nemen
great 学び始める		prima
self 学び始める		zelf
to see 学び始める		zien
all 学び始める		al
everything 学び始める		alles
always 学び始める		altijd
get well soon 学び始める		beterschap
contact 学び始める		het contact
a little 学び始める		een beetje
the greeting 学び始める		de groet
delicious 学び始める		heerlijk
the headache 学び始める		de hooftpijn
cold 学び始める		koud
never 学び始める		nooit
meet, see 学び始める		ontmoeten
bad 学び始める		slecht
often, frequently 学び始める		vaak
unpleasant 学び始める		vervelend
friend 学び始める		de vriend
the girlfriend 学び始める		de vrindin
warm 学び始める		warm
weather 学び始める		het weer
sick 学び始める		ziek
job, work 学び始める		de baan
start, begin 学び始める		beginnen
glad, happy 学び始める		blij
busy, noisy 学び始める		druk
eat 学び始める		eten
cozy 学び始める		gezellig
hear 学び始める		horen
pity 学び始める		jammer
can 学び始める		kunnen
quarter 学び始める		kwart
fifteen minutes 学び始める		kwartier
late 学び始める		laat
the noise 学び始める		het lawaai
at 学び始める		om
the parents 学び始める		de ouders
satisfied 学び始める		tevreden
word used to add a feeling of impatience or anger to the uttering 学び始める		toch
to invite 学び始める		uitnodigen
the holiday 学び始める		de vakantie
tonight 学び始める		vanavond
football 学び始める		voetbal
early 学び始める		vroeg
curious 学び始める		benieuwd
very 学び始める		erg
party 学び始める		het feest
soon 学び始める		gauw
to happen 学び始める		gebeuren
congratulations 学び始める		gefeliciteerd
happy 学び始める		gelukkig
give 学び始める		geven
big 学び始める		groot
very 学び始める		heel
completely, entirely 学び始める		helemaal
somebody 学び始める		iemand
birthday 学び始める		jarig
the clothes 学び始める		de kleren
get 学び始める		krijgen
must 学び始める		moeten
the music 学び始める		de muzik
the news 学び始める		het nieuws
table 学び始める		de tafel
marry 学び始める		trouwen
the invitation 学び始める		de uitnodiging
a lot 学び始める		veel
when 学び始める		wanneer

My lesson

コメントを投稿するにはログインする必要があります。

もっと