→ Duolingo →学習を始める /ダウンロードMP3フラッシュカード

質問		答え
the orange 学び始める		De sinaasappel
the fish 学び始める		de vis
the meat 学び始める		het vlees
the potato 学び始める		de aardappel
the tea 学び始める		de thee
the bread 学び始める		het brood
the egg 学び始める		het ei
the fruit 学び始める		het fruit
the vegetables 学び始める		de groenten
the tomato 学び始める		de tomaat
the meal 学び始める		de maaltijd
the animal 学び始める		het dier
the cake 学び始める		de taart
the bird 学び始める		de vogel
the duck 学び始める		de eend
the horse 学び始める		het paard
the rabbit 学び始める		het konijn
the fish 学び始める		de vis
the salt 学び始める		het zout
the sugar 学び始める		de suiker
they are glasses of wine 学び始める		het zijn glazen wijn
those are birds 学び始める		dat zijn vogels
the pig 学び始める		het varken
the sheep 学び始める		het schaap
i read and you read too 学び始める		ik lees en jij leest ook
you are not boys but we do 学び始める		jullie zijn geen jongens maar wij wel
he does not have a book but you do 学び始める		hij heeft geen boek maar jij wel
she hears birds 学び始める		ze hoort vogels
He sees the dog 学び始める		Hij ziet de hond
he is making lunch 学び始める		hij maakt midtageten
he is giving 学び始める		hij geeft
I swim 学び始める		Ik zwem
we are giving 学び始める		we geven
we are swimming 学び始める		wij zwemmen
he is swimming 学び始める		hij zwemt
i am playing 学び始める		Ik speel
we play 学び始める		we spelen
he plays 学び始める		hij speelt
he writes 学び始める		hij schrijft
we write 学び始める		wij schrijven
i sleep 学び始める		ik slaap
we sleep 学び始める		we slapen
i am seeing 学び始める		ik zie
he sees a cat 学び始める		hij ziet een kat
bad 学び始める		slecht
difficult 学び始める		moeilijk
easy 学び始める		makkelijk
cheap 学び始める		goedkoop
expensive 学び始める		duur
heavy 学び始める		zwaar
cold 学び始める		koud
strong 学び始める		sterke
weak 学び始める		zwak
old 学び始める		oud
important 学び始める		belangrijk
slow 学び始める		traag
empty 学び始める		leeg
breakfast 学び始める		ontbijt
light 学び始める		licht
he sees me 学び始める		hij ziet mij
we do not see you 学び始める		we zien jou/je niet
i give them an apple 学び始める		ik geef hun een appel
that is him 学び始める		dat is hem
do you see me 学び始める		Zie je me
he gives me a book 学び始める		hij geeft me een boek
we have her 学び始める		we hebben haar
i eat them 学び始める		ik eet ze/hen
he sees it 学び始める		hij ziet het
the friut is tasty, because it is fresh 学び始める		de fruit is lekker, want het is vers
it is cold, so i wear a sweater 学び始める		het is koud, dus ik draag een trui
i hear you, but i do not see you 学び始める		ik hoor je, maar ik zie je niet
we are cooking something 学び始める		we koken iets
he cooks enough 学び始める		hij kookt genoeg
he eats everything 学び始める		hij eet alles
Everybody is important 学び始める		Iedereen is belangrijk
Does anyone know the boy 学び始める		Kent iemand de jongen
he sees all kinds of interesting animals 学び始める		hij ziet allerlei interessante dieren
some people do not sleep 学び始める		sommige mensen slapen niet
he has different names 学び始める		hij heeft verschillende namen
He is with us or against us 学び始める		Hij is voor ons of tegen ons
It is my only dress 学び始める		Het is mijn enige jurk
Each shirt is clean 学び始める		Elk shirt is schoon
He does not have a single apple 学び始める		Hij heeft geen enkele appel
Do you want a family 学び始める		Wil je een gezin
I see your sister 学び始める		Ik zie je zus
My parent house is small 学び始める		Het huis van mijn ouders is klein
you might not be cooking 学び始める		je kookt misschien niet
everbody drinks beer sometimes 学び始める		iedereen drinkt soms bier
After the soup, they eat rice 学び始める		Na de soep eten ze rijst
A mouse between the cats 学び始める		Een muis tussen de katten
He gets pants from me 学び始める		Hij krijgt broeken van mij
The children play after the breakfast 学び始める		De kinderen spelen na het ontbijt
It is dark 学び始める		Het is donker
All of her clothes are colorful 学び始める		Alle kleren van haar zijn kleurrijk
yellow plates 学び始める		Gele borden
the dog does not see any colors 学び始める		de hond ziet geen kleuren
my clothes are orange 学び始める		mijn kleren zijn oranje
i wear a green coat 学び始める		ik draag een groene jas
The horses walk through the water 学び始める		De paarden lopen door het water
The book is about my father 学び始める		Het boek gaat over mijn vader
He does not have a coat on 学び始める		Hij heeft geen jas aan
she gives the clothes to her sister 学び始める		ze geeft de kleren aan haar zus
they are not swimming because of the cold water 学び始める		ze zwemmen niet vanwege het koude water
he is not going without his cat 学び始める		hij gaat niet zonder zijn kat
i drink water during the meal 学び始める		ik drink water tijdens de maaltijd
behind our house 学び始める		achter ons huis
orange is the new black 学び始める		Oranje is het nieuwe zwart
he has a few red birds 学び始める		hij heeft enkele rode vogels
black is a dark color 学び始める		zwart is een donkere kleur
the rabbit comes out of the hat 学び始める		het konijn komt uit de hoed
i get breakfast from you 学び始める		Ik krijg ontbijt van je
What color is the dress? 学び始める		Welke kleur is de jurk?
he does not want to bike without her mother 学び始める		hij wil niet fietsen zonder haar moeder
it is raining 学び始める		het regent
she likes every bird 学び始める		ze houdt van iedere vogel
i know a lot but not everything 学び始める		ik weet veel maar niet alles
he is standing next to the yellow house 学び始める		hij staat naast het gele huis
he tells us good night 学び始める		hij zegt ons welterusten
she likes the shoes 学び始める		ze vindt de schoenen leuk
I do not need more food 学び始める		Ik heb weinig eten notig
In front of 学び始める		Voor
the animal is searching for water 学び始める		het dier zoekt water
we stay calm 学び始める		we blijven rustig
we are not using them 学び始める		we gebruiken ze niet
he is becoming a father 学び始める		hij wordt vader
i am buying a new car 学び始める		ik koop een nieuwe auto
i take more 学び始める		ik neem meer
i need beer 学び始める		ik heb bier nodig
he is called sara 学び始める		hij heet sara
we say that 学び始める		wij zeggen dat
i think about her 学び始める		ik denk aan haar
they are standing there 学び始める		ze staan daar
he is learning English 学び始める		hij leert Engels
how much is that 学び始める		hoeveel is dat
they ask difficult questions 学び始める		ze stellen moeilijke vragen
whose shoe is that 学び始める		wiens schoen is dat
when is the dinner 学び始める		wanneer is het avondeten
how do you know her 学び始める		hoe ken je haar
who are you with 学び始める		met wie ben je
where is my coat 学び始める		waar is mijn jas
I am going home before it gets dark 学び始める		Ik ga naar huis voordat het donker wordt
because/due to the fact 学び始める		doordat
i am strong because i swim 学び始める		ik ben sterk doordat ik zwem
we have both red and white wine 学び始める		we hebben zowel rode als witte wijn
we eat as soon as the soup is cold 学び始める		we eten zodra de soep koud is
i say my name so that you know who i am 学び始める		ik zeg mijn naam zodat je weet wie ik ben
she is standing on the table so that everyone sees her 学び始める		ze staat op de tafel zodat iedereen haar ziet
do you know if it is raining now 学び始める		weet je of het nu regent?
i bike while he bikes 学び始める		ik fiets terwijl hij fietst
we eat until our plates are empty 学び始める		we eten totdat onze borden leeg zijn
i eat even though i am not hungry 学び始める		ik eet hoewel ik geen honger heb
i take the book unless you need it 学び始める		ik neem het boek tenzij je het nodig hebt
if it rains then i do not swim 学び始める		als het regent dan zwem ik niet
we walk more than twenty kilometers 学び始める		we lopen meer dan twintig kilometer
we have eight apples more 学び始める		we hebben nog acht appels
the amount of water 学び始める		de hoeveelheid water
i have only one sock 学び始める		ik heb maar één sok
not too much and not too little 学び始める		niet te veel en niet te weinig
the newspapers are in the blue boxes 学び始める		de kranten zitten in de blauwe dozen
the box is full 学び始める		de doos zit vol
In the car there are six men 学び始める		In de auto zitten zes mannen
it is not in the basket 学び始める		het zit niet in de mand
there are the blankets 学び始める		daar liggen de dekens
where is your new ball 学び始める		waar ligt je nieuwe bal
in Amsterdam there are many trees 学び始める		in Amsterdam staan veel bomen
however his parents still live there 学び始める		maar zijn ouders wonen daar nog steeds
maybe he is putting something in my shoes 学び始める		misschien stopt hij iets in mijn schoenen
i have the last books 学び始める		ik heb de laatste boeken
the second duck 学び始める		de tweede eend
the farm 学び始める		de boerderij
the corner 学び始める		de hoek
somewhere/anywhere 学び始める		ergens
the prison 学び始める		de gevangenis
outside 学び始める		buiten
inside 学び始める		binnen
the neighbourhood 学び始める		de buurt
the airport 学び始める		het vliegveld
Is the water already warm 学び始める		Is het water al warm
they are still not here 学び始める		ze zijn hier nog steeds niet
My glass is almost empty 学び始める		Mijn glas is bijna leeg
He is turning completely red 学び始める		Hij wordt helemaal rood
I like to play 学び始める		Ik speel graag
they are going to the park together 学び始める		ze gaan samen naar het park
She buys not only a dress but also a hat 学び始める		Ze koopt niet alleen een jurk maar ook een hoed
they would like to have a car 学び始める		ze willen graag een auto hebben
the book becomes suddenly enjoyable 学び始める		het boek wordt opeens leuk
finally 学び始める		eindelijk
do all of you want that 学び始める		willen jullie dat allemaal
nowhere 学び始める		nergens
neither fast nor strong 学び始める		noch snel noch sterk
it is not even cold 学び始める		het is niet eens koud
not at all 学び始める		helemaal niet
you get nothing from me 学び始める		je krijgt niks van mij
never 学び始める		nooit
i am never buying a horse again 学び始める		ik koop nooit meer een paard
August usually is a warm month 学び始める		Augustus is meestal een warme maand
the waiteress 学び始める		de serveerster
the actress 学び始める		de actrice
i do not know the name of the town 学び始める		ik weet de naam van de plaats niet
i am at the office 学び始める		ik ben op kantoor
the station 学び始める		het station
the door is looked 学び始める		de deur zit op slot
the key is still in the lock 学び始める		de sleutel zit nog in het slot
the thief is stealing a bike 学び始める		de dief is een fiets aan het stelen
it is in one of the drawers 学び始める		het zit in een van de laden
there is a cat under the desk 学び始める		er zit een kat onder het bureau
the cabinet 学び始める		de kast
the room 学び始める		de Kamer
the object 学び始める		het voorwerpen
the bed 学び始める		het bed
many perfumes do not smell good 学び始める		veel parfums ruiken niet goed
do you smell the soup yet 学び始める		ruik je de soep al?
do you like the smell of coffee 学び始める		hou je van de geur van koffie
he has a very good nose 学び始める		hij heeft een heel goede neus
it smells good in the park 学び始める		het ruikt lekker in het park
who is on the phone 学び始める		wie is er aan de telefoon
He takes care of his body 学び始める		Hij zorgt voor zijn lichaam
the garbage 学び始める		het afval
The trash can 学び始める		De vuilnisbak
the vacuum cleaner 学び始める		de stofzuiger
i feel if the water is cold 学び始める		ik voel of het water koud is
you have pretty eyes 学び始める		je hebt mooie ogen
ugly 学び始める		lelijk
handsome 学び始める		knap
the average is not eighty 学び始める		het gemiddelde is niet tachtig
he counts to hundred 学び始める		hij telt tot honderd
the sum of six and eight is fourteen 学び始める		de som van zes en acht is veertien
the curtain 学び始める		het gordijn
the noise 学び始める		het lawaai
the leg 学び始める		het been
the foot 学び始める		de voet
the ear 学び始める		het oor
the eye 学び始める		het oog
the brain 学び始める		de hersenen
i can not love you 学び始める		ik kan niet van je houden
he wants to be able to read his book 学び始める		hij wil zijn boek kunnen lezen
we have to keep listening to him 学び始める		we moeten naar hem blijven luisteren
we are staying for only fifteen minutes 学び始める		we blijven maar een kwartier
the tooth 学び始める		de tand
the nose 学び始める		de neus
the neck 学び始める		de nek
the stomach 学び始める		de buik
the head 学び始める		het hoofd
the back 学び始める		de rug
the arm 学び始める		de arm
the finger 学び始める		de vinger
the skin 学び始める		de huid
today is earlier that tomorrow 学び始める		vandaag is eerder dan morgen
the face 学び始める		het gezicht
the view 学び始める		het uitzicht
completely alone 学び始める		helemaal alleen
i do it myself 学び始める		ik doe het zelf
the mouth 学び始める		de mond
the bone 学び始める		het bot
the throat 学び始める		de keel
the body 学び始める		het lichaam
the shoulder 学び始める		de schouder
the toe 学び始める		de teen
the flavor 学び始める		de smaak
he tastes the wine 学び始める		hij proeft de wijn
he puts everything in his mouth 学び始める		hij stopt alles in zijn mond
he is not like he seems 学び始める		hij is niet zoals hij lijkt
he look likes his father 学び始める		hij lijkt op zijn vader
the bread tastes like old fish 学び始める		het brood smaakt naar oude vis
the bodypart 学び始める		het lichaamsdeel
to choose 学び始める		kiezen
i choose you 学び始める		Ik kies jou
waiting for 学び始める		wachten op
to get/obtain 学び始める		halen/krijgen
the boy gets a doctor 学び始める		de jongen haalt een dokter
understand 学び始める		begrijpen
grab something/to take 学び始める		pakken
you talk too fast 学び始める		je praat te snel
to show 学び始める		tonen
i show you 学び始める		Ik toon u
to change 学び始める		veranderen
to believe 学び始める		geloven
i believe you 学び始める		Ik geloof je
i never forget anything 学び始める		ik vergeet nooit iets
to push 学び始める		duwen
to pull 学び始める		trekken
what is happening? 学び始める		wat gebeurt er?
the past 学び始める		het verleden
the future 学び始める		de toekomst
the age 学び始める		de leeftijd
the century 学び始める		de eeuw
the birthday 学び始める		de verjaardag
i am not talking to you 学び始める		ik praat niet tegen jou
i take him to the airport 学び始める		Ik breng hem naar het vliegveld
the sound 学び始める		het geluid
who will get coffee for us today 学び始める		wie haalt vandaag koffie voor ons
he keeps hoping 学び始める		hij blijft hopen
that works by means of sound 学び始める		dat werkt door middel van geluid
we want to swim despite the cold water 学び始める		we willen zwemmen ondanks het koude water
except 学び始める		behalve
according to him it is too late 学び始める		volgens hem is het te laat
we are still on time thanks to you 学び始める		dankzij u zijn we nog op tijd
since when do you speak dutch 学び始める		sinds wanneer spreek je nederlands
from now on 学び始める		vanaf nu
he sits opposite to me during the meal 学び始める		hij zit tijdens de maaltijd tegenover me
The farms are around the city 学び始める		De boerderijen liggen rondom de stad
The village is close to the city 学び始める		Het dorp ligt dichtbij de stad
i want water instead of wine 学び始める		ik wil water in plaats van wijn
where are you going? 学び始める		waar ga je naar toe?
i walk towards you 学び始める		ik loop naar je toe
i do not like to eat bread 学び始める		ik eet niet graag brood
he has asked for wine 学び始める		hij heeft om wijn gevraagd
the marriage can not continue like this 学び始める		Het huwelijk kan niet zo doorgaan
i do not work on Sundays 学び始める		ik werk niet op zondag
i have asked him if he loves me 学び始める		ik heb hem gevraagd of hij van me houdt
in the weekend we can do what we want 学び始める		in het weekend kunnen we doen wat we willen
we are divorced 学び始める		we zijn gescheiden
the wedding 学び始める		de bruiloft
are you married? 学び始める		ben jij getrouwd?
husband 学び始める		echtgenoot
cousin 学び始める		neef/nicht
in what year were you born 学び始める		in welk jaar ben je geboren
sister-in-law 学び始める		schoonzus
spring 学び始める		lente-
the fall 学び始める		de herfst
the shop 学び始める		de winkel
sell 学び始める		verkopen
the butchr shop 学び始める		de slagerij
you are allowed to walk again starting tomorrow 学び始める		vanaf morgen mag je weer lopen
i have to buy a lot of groceries today 学び始める		ik moet vandaag veel boodschappen doen
the bakery around the corner 学び始める		de bakker om de hoek
to exchange/return 学び始める		ruilen
he has lent me his car 学び始める		hij heeft me zijn auto geleend
where do i need to pay 学び始める		waar moet ik betalen
i want to rent a room 学び始める		ik wil een kamer huren
the old book worth a lot of money 学び始める		het oude boek is veel geld waard
discount on everything 学び始める		korting op alles
it is not worth much anymore 学び始める		het is niet veel meer waard
a single plate 学び始める		een enkel bord
he works in the shoe department 学び始める		hij werkt op de schoenenafdeling
my brother is trying pants on in the fitting room 学び始める		mijn broer is broeken aan het passen in de paskamer
the bill 学び始める		de rekening
you need the receipt if you want to return something 学び始める		je hebt de bon nodig als je iets ruilen
unlike us 学び始める		in tegenstelling tot ons
I have worked in several clothing stores 学び始める		Ik heb in verschillende kledingzaken gewerkt
sale 学び始める		uitverkoopt
why do you not want to hold me 学び始める		waarom wil je me niet vasthouden?
we can not let everything go of 学び始める		we kunnen niet alles loslaten
may i join 学び始める		mag ik meedoen
you stop talking 学び始める		je houdt met praten op
fall over 学び始める		omvallen
to think 学び始める		nadenken
at what time do you have to get up tomorrow 学び始める		hoe laat moet je morgen opstaan
can you read me something 学び始める		kun je me iets voorlezen
at what time does the party stop 学び始める		hoe laat houdt het feest op?
take along 学び始める		meenemen
i encounter him 学び始める		ik kom hem tegen
arrive 学び始める		aankomen
i refuse to put down the book 学び始める		ik weiger het boek neer te leggen
she studies by reading all books 学び始める		ze studeert door alle boeken te lezen
there is nothing to see 学び始める		er is niets te zien
you get warm by running 学び始める		je wordt warm door te rennen
i find it difficult to talk with people 学び始める		ik vind het moeilijk om met mensen te praten
write down the words 学び始める		Schrijf de woorden op
can you place the box here 学び始める		kun je de doos hier neerzetten
they agree on a location for the party 学び始める		ze spreken een locatie af voor het feest
who wants to add something 学び始める		wie wil iets toevoegen
she wants to be able to think quietly 学び始める		ze wil rustig na kunnen denken
i can explain it 学び始める		ik kan het uitleggen
i do not know how i should explain it 学び始める		ik weet niet hoe ik het uit moet leggen
we have picked up our new bed 学び始める		we hebben ons nieuwe bed opgehaald
nobody is allowed to touch me 学び始める		niemand mag me aanraken
he is waiting until she returns 学び始める		hij wacht tot ze terugkeert
why did you return so quickly? 学び始める		waarom ben je zo snel teruggekeerd?
do you work at the fire department 学び始める		werk je bij de brandweer
sorry for the damage to your car 学び始める		sorry voor de schade aan uw auto
we save the animals 学び始める		we redden de dieren
the hospital 学び始める		het ziekenhuis
the disaster 学び始める		de ramp
i am not afraid 学び始める		ik ben niet bang
i am mad at him 学び始める		ik ben boos op hem
the feeling 学び始める		het gevoel
i am proud of you 学び始める		ik ben trots op je
happy 学び始める		blij/gelukkig
sad 3 学び始める		triest/verdrietig/bedroefd
good mood 学び始める		goed humeur
Shy 学び始める		Verlegen
cheerful music 学び始める		vrolijke muziek
you seem a little surprised 学び始める		je lijkt een beetje verrast
are you sure? 学び始める		Weet je het zeker?
are you in love with someone? 学び始める		ben je verliefd op iemand?
you are safe now 学び始める		je bent nu veilig
the crime 学び始める		de misdaad
i promise you 学び始める		Ik beloof jou
the police must protect him 学び始める		de politie moet hem beschermen
they want to know if you participate 学び始める		ze willen weten of je meedoet
he says that you should let go of him 学び始める		hij zegt dat je hem los moet laten
i do not have to say much 学び始める		ik hoef niet veel te zeggen
he does not dare to swim 学び始める		hij durft niet te zwemmen
i appear to know a lot 学び始める		ik blijk veel te weten
she seems to be a good actres 学び始める		ze blijkt een goede actres te zijn
we do not need to pay 学び始める		we hoeven niet te betalen
you get one more warning 学び始める		krijg je nog een waarschuwing
she has borrowed my car without asking 学び始める		ze heeft zonder te vragen mijn auto geleend
he is crying 学び始める		hij is aan het huilen
her voice sounds worried 学び始める		haar stem klinkt bezorgd
she sometimes forgets to lock the door 学び始める		soms vergeet ze de deur op slot te doen
i want to learn to speak dutch 学び始める		ik wil leren om nederlands te spreken
we decide to work together 学び始める		we besluiten samen te werken
he forces you to order food 学び始める		hij dwingt je om eten te bestellen
she decides to become an actress 学び始める		ze besluit om actrice te worden
you have to promise to think about me 学び始める		je moet beloven om aan me te denken
i promise to eat well 学び始める		ik beloof om goed te eten
the student decides to never drink beer anymore 学び始める		de student besluit om nooit meer bier te drinken
he is afraid of me 学び始める		hij is bang voor mij
i do not have to say much 学び始める		ik hoef niet veel te zeggen
he does not dare to swim 学び始める		hij durft niet te zwemmen
I am insecure about my eyes 学び始める		Ik ben onzeker over mijn ogen
we are at the wrong place 学び始める		we zijn op de verkeerde plaats
that is not scary at all 学び始める		dat is helemaal niet eng
the poor family does not have anything to eat 学び始める		de arme familie heeft niets te eten
are you a real cook 学び始める		ben je een echte kok
stupid question 学び始める		stomme vraag
i am crazy 学び始める		ik ben gek
are you ready to start 学び始める		ben je klaar om te beginnen
today is a special day 学び始める		vandaag is een bijzondere dag
it can be complicated to work together 学び始める		Het kan ingewikkeld zijn om samen te werken
that is sweet of you 学び始める		dat is lief van je
i think it is an excellent party 学び始める		ik vind het een geweldig feest
it is a pretty area 学び始める		het is een mooi gebied
his house is in the valley 学び始める		zijn huis staat in de vallei
my house is on the hill 学び始める		mijn huis staat op de heuvel
the bridge 学び始める		de brug
the border 学び始める		de grens
is there furniture for sale in the shopping mall 学び始める		zijn er meubels te koop in het winkelcentrum
the world is scary sometimes 学び始める		de wereld is soms eng
i want to see the whole world 学び始める		ik wil de hele wereld zien
Amsterdam is the capital of the Netherlands 学び始める		Amsterdam is de hoofdstad van Nederland
my house is north of the city 学び始める		mijn huis ligt ten noorden van de stad
he lives in the south of england 学び始める		hij woont in het zuiden van Engeland
she is from the west of country 学び始める		ze komt uit het westen van het land
where are you from? 学び始める		Waar kom jij vandaan?
be careful 学び始める		wees voorzichtig
shut up! 学び始める		zwijg
let it go 学び始める		laat het gaan
let's dance 学び始める		Laten we dansen
sing along with me 学び始める		zing mee met me
let's go 学び始める		laten we gaan
what a cute picture 学び始める		wat een schattige foto
see you next Wednesday 学び始める		Tot volgende woensdag
who is your favorite actress 学び始める		wie is je favoriete actrice
to command 学び始める		bevelen
secret things 学び始める		geheime dingen
what an amazing feeling 学び始める		wat een geweldig gevoel
he feels like fruit 学び始める		hij heeft zin in fruit
do you feel like dancing 学び始める		heb je zin om te dansen
be aware of/watch out 学び始める		pas op voor
the desert 学び始める		de woestijn
the play ground 学び始める		de speeltuin
that is a pity 学び始める		dat is jammer
your welcome 学び始める		graag gedaan
indeed 学び始める		inderdaad
the river 学び始める		de rivier
the sea 学び始める		de zee
the forest 学び始める		het bos
there are more than ten million living in the country 学び始める		er wonen meer dan tien miljoen in het land
the lake 学び始める		het meer
the island 学び始める		het eiland
do not run 学び始める		niet rennen
don't smoke near me 学び始める		rook niet bij mij
don't 学び始める		niet doen
i wish you the best of luck 学び始める		ik wens je veel succes
lots of love, mike 学び始める		veel liefs
be friendly/kind 学び始める		wees vriendelijk
clever 学び始める		slim
rich parents 学び始める		rijke ouders
what does it say on the paper 学び始める		wat staat er op het papier
for a moment/briefly 学び始める		even
approximately 学び始める		ongeveer
really 学び始める		echt
do you have a moment for me 学び始める		heb je even voor mij
there are mostly warm clothes here 学び始める		er zijn vooral warme kleren hier
He works even on the weekends 学び始める		Hij werkt zelfs in het weekend
I am not crazy, right? 学び始める		Ik ben toch niet gek?
again 学び始める		opnieuw/weer
actually 学び始める		eigenlijk
soon it will be spring 学び始める		binnenkort is het lente
i am just a poor boy, nobody loves me 学び始める		ik ben gewoon een arme jongen, niemand houdt van mij
regards from England 学び始める		groetjes uit Engeland
sincerely yours 学び始める		Hoogachtend
nice to see you again 学び始める		fijn om je weer een keer te zien
there are weired noises coming from my room 学び始める		er komen rare geluiden uit mijn kamer
dangerous 学び始める		gevaarlijk
he says such weird things 学び始める		hij zegt zulke rare dingen
such a thing does not work 学び始める		zoiets werkt niet
it is such a hot day 学び始める		het is zo'n warme dag
all the water is yours 学び始める		al het water is van jou
that same boy is now my husband 学び始める		diezelfde jongen is nu mijn man
he always wears that same suit 学び始める		hij draagt altijd datzelfde pak
it is not the same 学び始める		het is niet hetzelfde
where are the other dogs 学び始める		waar zijn de andere honden
we have almost the same name 学び始める		we hebben bijna dezelfde naam
after this we are going to bed 学び始める		hierna gaan we naar bed
what are you doing with that 学び始める		wat doe je daarmee
what is in there now 学び始める		wat zit er nu in
there is nothing in it 学び始める		er zit niets in
i put something in it 学び始める		ik stop er iets in
for example 学び始める		bijvoorbeeld
my own room 学び始める		mijn eigen kamer
easily 学び始める		gemakkelijk
it is quite expensive 学び始める		het is behoorlijk duur
he is afraid to fly 学び始める		hij is bang om te vliegen
unfortunately my vacation is over 学び始める		helaas is mijn vakantie voorbij
on the left is a bank 学び始める		links staat een bank
he looks down 学び始める		hij kijkt omlaag
wait a second 学び始める		wacht even
good luck with your new job 学び始める		veel succes met je nieuwe baan
kind regards 学び始める		met vriendelijke groeten
i sincerely hope that you are happy 学び始める		ik hoop van harte dat u gelukkig bent
yes that is correct 学び始める		Ja dat klopt
congratulations 学び始める		gefeliciteerd
we are finally done 学び始める		we zijn eindelijk klaar
have fun 学び始める		veel plezier
happy birthday 学び始める		gefeliciteerd met je verjaardag
something is not correct here 学び始める		Er klopt hier iets niet
they want us to look the questions again 学び始める		ze willen dat we de vragen opnieuw bekijken
by the way, where do you live 学び始める		waar woon je eigenlijk
they are poor but still happy 学び始める		ze zijn arm maar toch gelukkig
she likes apples, right? 学び始める		ze houdt van appels, toch?
probably 学び始める		waarschijnlijk
fortunately the pilot saved us 学び始める		gelukkig heeft de piloot ons gered
imediately 学び始める		onmiddellijk
Amsterdam is close 学び始める		Amsterdam is dichtbij
her condition is good 学び始める		haar toestand is goed
the medicine 学び始める		het geneesmiddel
the right half 学び始める		de rechterhelft
my left shoe 学び始める		mijn linkerschoen
go straight 学び始める		ga rechtdoor
i am not stepping aside for you 学び始める		ik ga niet opzij voor jou
he turns left at the market 学び始める		hij slaat linksaf bij de market
can you move a bit to the side 学び始める		kun je een beetje opzij gaan
turn left 学び始める		sla linksaf
the bandage has to stay on it 学び始める		het verband moet erop blijven zitten
the nurse 学び始める		de verpleegkundige
the doctor has a patient 学び始める		de arts heeft een patiënt
He points in the wrong directions 学び始める		Hij wijst in de verkeerde richting
I do not see any arrow 学び始める		Ik zie geen pijl
follow the arrows to find Amsterdam 学び始める		volg de pijlen om Amsterdam te vinden
he sleeps on top of my shirt 学び始める		hij slaapt bovenop mijn shirt
will you come downstairs soon 学び始める		kom je straks naar beneden
the restaurant is above the hotel 学び始める		het restaurant is boven het hotel
i am on the top 学び始める		ik sta bovenaan
two steps forward and one step backwards 学び始める		twee stappen vooruit en één stap achteruit
do not look down 学び始める		kijk niet naar beneden
in which direction do I go 学び始める		in welke richting ga ik
you are going the wrong way 学び始める		je gaat de verkeerde kant op
which side are you on 学び始める		aan welke kant sta jij
you must go this way 学び始める		je moet deze kant op
come into my room 学び始める		Kom mijn kamer in
give him my regards 学び始める		doe hem de groeten
the side is nearby 学び始める		de locatie is dichtbij
are we boring 学び始める		zijn we saai
i do not know such people 学び始める		ik ken zulke mensen niet
those houses are more than hundreds years old 学び始める		die huizen zijn meer dan honderden jaren oud
we are happy because we are learning some dutch 学び始める		we zijn blij omdat we wat nederlands leren
he is in a bad mood 学び始める		hij heeft een slecht humeur
it is the third street on the right 学び始める		het is de derde straat rechts
go left at the tree 学び始める		ga links bij de boom
a little bit more to the right 学び始める		nog een klein stukje naar rechts
the house on the left of the park is mine 学び始める		het huis links naast het park is van mij
the butter 学び始める		de boter
the oil 学び始める		de olie
the peanut butter 学び始める		de pindakaas
i taste the cheese before i pay 学び始める		ik proef de kaas voordat ik betaal
the pancake 学び始める		de pannenkoek
the pastry 学び始める		Het gebakje
the candy 学び始める		het snoep
the cookie 学び始める		het koekje
he puts whipped cream on his cake 学び始める		hij doet slagroom op zijn taart
move aside 学び始める		opzij
from left to right 学び始める		van links naar rechts
i would like to go out of the city 学び始める		ik wil graag de stad uit
a sweet apple 学び始める		een zoete appel
spicy 学び始める		pittig
sour 学び始める		zuur
the grape 学び始める		de druif
this food is too salty 学び始める		dit eten is te zout
I have only four toes on my right foot 学び始める		Ik heb maar vier tenen aan mijn rechtervoet
he says that i must turn right there 学び始める		hij zegt dat ik daar rechtsaf moet slaan
he has run into the forest 学び始める		hij is het bos in gerend
he walks onto the street without looking 学び始める		hij loopt de straat op zonder te kijken
candy is not savory 学び始める		snoep is niet hartig
the nut 学び始める		de noot
what kind of nuts do you have 学び始める		wat voor noten heb je
the blue berry 学び始める		de blauwe bes
the onion 学び始める		de ui
the carrot 学び始める		de wortel
the sausage 学び始める		de worst
the garlic 学び始める		de knoflook
the minced meat 学び始める		het gehakt
i would like potatoes with my steak 学び始める		ik wil graag aardappelen bij mijn biefstuk
the bean 学び始める		de Boon
i have never been abroad 学び始める		Ik ben nog nooit in het buitenland geweest
how long does the travel take 学び始める		hoe lang duurt de reis
the suitcase 学び始める		de koffer
the luggage 学び始める		de bagage
that bag is my only luggage 学び始める		die tas is mijn enige bagage
when does the flight leave? 学び始める		wanneer vertrekt de vlucht?
the guide 学び始める		de gids
where can I buy a ticket? 学び始める		Waar kan ik een kaartje kopen?
there are no more tickets for sale 学び始める		er zijn geen kaartjes meer te koop
i am here on vacation 学び始める		ik ben hier op vakantie
the airplane flies over the ocean 学び始める		het vliegtuig vliegt over de oceaan heen
i am visiting my grandma 学び始める		ik ben op bezoek bij mijn oma
ships sail in these areas 学び始める		schepen varen in deze gebieden
the emergency 学び始める		het noodgeval
the accident 学び始める		het ongeluk
my foot hurts 学び始める		mijn voet doet pijn
the disease 学び始める		de ziekte
the treatment 学び始める		de behandeling
i do not feel even the pain 学び始める		ik voel niet eens pijn
the flu 学び始める		de griep
the fever 学び始める		koorts
serious 学び始める		ernstig
i am allergic to it 学び始める		ik ben er allergisch voor
where can i buy such ointment 学び始める		waar kan ik zulke zalf kopen?
the appointment 学び始める		de afspraak
the band-aid 学び始める		het pleister
the citizen 学び始める		de burger
the neighbor 学び始める		de buurman
the population 学び始める		de bevolking
the adult 学び始める		de volwassene
elderly 学び始める		bejaarde
meet 学び始める		ontmoeten
recognize 学び始める		herkennen
the friendship 学び始める		de vriendschap
she is American 学び始める		ze is Amerikaanse
why is he putting salt in his coffee 学び始める		waarom doet hij zout in zijn koffie
the little baby cries the whole night 学び始める		het baby'tje huilt de hele nacht
he stands besides it 学び始める		hij staat ernaast
we are still waiting for it 学び始める		we wachten er nog steeds op
we put the couch in the corner and the lamp next to it 学び始める		we zetten de bank in de hoek en de lamp ernaast
i know the city well because i am from there 学び始める		ik ken de stad goed want ik kom ervandaan
we put a blanket over it 学び始める		we leggen er een deken over
i am not going there 学び始める		ik ga er niet heen
they are against it 学び始める		ze zijn ertegen
everyone likes it 学び始める		iedereen houdt ervan
he refuses to go there 学び始める		hij weigert om erheen te gaan
he always wears a hat because of that 学び始める		daarom draagt hij altijd een hoed
i would like an answer to that 学び始める		ik wil daarop graag een antwoord
what are you afraid of 学び始める		waar ben je bang voor
what are those strange things for? 学び始める		waar zijn die rare dingen voor?
what is the book about? 学び始める		waar gaat het boek over?
where are you taking me? 学び始める		waar breng je me naartoe?
what are you worried about? 学び始める		waar ben je bezorgd over?
what does one use a calendar for? 学び始める		waarvoor gebruik men een kalender?
what are you proud of? 学び始める		waar ben je trots op?
what is she playing with 学び始める		waar is ze mee aan het spelen
what do they like? 学び始める		Waar houden ze van?
there is sugar in everything 学び始める		er zit suiker in overal
i know you from somewhere 学び始める		Ik ken je ergens van
he is waiting for something 学び始める		hij is ergens op aan het wachten
the ship sails day and night 学び始める		het schip vaart dag en nacht
the ferry 学び始める		de veerboot
i apply for a new passport 学び始める		ik vraag een nieuw paspoort aan
have you written this number down 学び始める		heb je dit nummer opgeschreven?
i have never eaten this before 学び始める		ik heb dit nog nooit gegeten
he has stood on his chair 学び始める		hij heeft op zijn stoel gestaan
the spring has already started 学び始める		de lente is al begonnen
he has slept 学び始める		hij heeft geslapen
he has played 学び始める		hij heeft gespeeld
you have misunderstood me 学び始める		je hebt me verkeerd begrepen
he has drunk beer 学び始める		hij heeft bier gedronken
i swam this morning 学び始める		ik heb vanochtend gezwommen
i have chosen what i need 学び始める		ik heb gekozen wat ik nodig heb
he has brought me home 学び始める		hij heeft me naar huis gebracht
her baby was born 学び始める		haar baby was geboren
i have not got it 学び始める		ik heb het niet gekregen
i have done it 学び始める		ik heb het gedaan
i bought it two years ago 学び始める		ik heb het twee jaar geleden gekocht
i have started to learn Dutch 学び始める		ik ben begonnen Nederlands te leren
a pity that you didn't get the job 学び始める		jammer dat je de baan niet hebt gekregen
i was in italy last year 学び始める		Ik was vorig jaar in Italië
the whole area has become a desert 学び始める		het hele gebied is een woestijn geworden
he has given me that 学び始める		hij heeft me dat gegeven
i have just arrived 学び始める		ik ben zojuist aangekomen
i have never thought about that before 学び始める		daar heb ik nog nooit over nagedacht
did you think of me 学び始める		Heb je aan mij gedacht
i have searched for the book for an hour 学び始める		ik heb een uur naar het boek gezocht
he has just departed from France 学び始める		hij is net vertrokken uit Frankrijk
we have stayed home the whole day 学び始める		we zijn de hele dag thuis gebleven
maybe you have forgotten to pay the bills 学び始める		misschien ben je vergeten de rekeningen te betalen
i have followed the signs to Amsterdam 学び始める		ik heb de borden naar Amsterdam gevolgd
i have never sung this before 学び始める		ik heb dit nog nooit gezongen
i have changed my name 学び始める		ik heb mijn naam veranderd
at what time did you get up 学び始める		hoe laat ben je opgestaan
he has packed his suitcase 学び始める		hij heeft zijn koffer gepakt
I promise to be nice to them 学び始める		Ik beloof om aardig tegen hun te zijn
the youth 学び始める		de jeugd
i am ten years old 学び始める		ik ben tien jaar oud
she is American 学び始める		ze is Amerikaanse
he is spaniard 学び始める		hij is een Spanjaard
she is spaniard 学び始める		ze is een spaanse
he is dutch 学び始める		hij is nederlander
she is dutch 学び始める		ze is nederlandse
he is American 学び始める		hij is Amerikaan
you only had one job 学び始める		je had maar één baan
she did it herself 学び始める		ze deed het zelf
i wanted the blue pants 学び始める		Ik wilde de blauwe broek
that was when we still lived there 学び始める		dat was toen we daar nog woonden
my mother did not believe a word of it 学び始める		mijn moeder geloofde er geen woord van
we all paid for our own food 学び始める		we betaalden allemaal voor ons eigen eten
i used to play with him 学び始める		Ik speelde vroeger met hem
we did not have to listen 学び始める		we hoefden niet te luisteren
that happened 学び始める		dat gebeurde
it took a year before i wanted to learn Dutch 学び始める		het duurde een jaar voordat ik Nederlands wilde leren
it was not necessary but I did it anyway 学び始める		het hoefde niet, maar ik deed het toch
i tried to speak in dutch 学び始める		ik probeerde in het nederlands te spreken
yesterday it rained 学び始める		gisteren regende het
the towel 学び始める		de handdoek
i am washing my face in the sink 学び始める		Ik was mijn gezicht in de gootsteen
the bath 学び始める		het bad
the shower 学び始める		de douche
we are washing our hands under the faucet 学び始める		we wassen onze handen onder de kraan
it is gross 学び始める		het is vies
the toothbrush 学び始める		de tandenborstel
the toothpaste 学び始める		de tandpasta
the soap 学び始める		de zeep
the day before yesterday 学び始める		eergisteren
he dries himself 学び始める		hij droogt zich af
i clean the room 学び始める		ik maak de kamer schoon
the scissor 学び始める		de schaar
the nail polish 学び始める		de nagellak
the handkerchief 学び始める		de zakdoek
the bucket 学び始める		de emmer
i feel so beautiful 学び始める		ik voel me zo mooi
i used the razor to shave 学び始める		Ik heb het scheermes gebruikt om me te scheren
do i really exist 学び始める		besta ik echt
he caused an accident 学び始める		hij veroorzaakte een ongeluk
disappear 学び始める		verdwijnen
i share the book with him 学び始める		ik deel het boek met hem
expect 学び始める		verwachten
she doesn't support me 学び始める		ze steunt me niet
they offer cookies 学び始める		ze bieden cookies aan
i keep it in a secret place 学び始める		ik bewaar het op een geheime plaats
where can I hide it 学び始める		waar kan ik het verbergen
we solved the problem 学び始める		we hebben het probleem opgelost
i do not doubt that 学び始める		daar twijfel ik niet aan
that looks tasty 学び始める		dat ziet er lekker uit
who determines what is allowed and what is not 学び始める		wie bepaalt er wat mag en wat niet mag
this prevents you from getting sick 学び始める		dit voorkomt dat u ziek wordt
his condition improved 学び始める		zijn toestand verbeterde
i want to be able to determine my own future 学び始める		ik wil mijn eigen toekomst kunnen bepalen
newspapers do not interest me at all 学び始める		kranten interesseren me helemaal niet
i just want to improve the world 学び始める		ik wil gewoon de wereld verbeteren
who is interested in steak 学び始める		wie is er geïnteresseerd in biefstuk
i hope that you enjoy your trip 学び始める		ik hoop dat je van je reis geniet
complain 学び始める		klagen
i dont remember his name 学び始める		Ik herinner me zijn naam niet
you do not move 学び始める		je beweegt je niet
you must behave 学び始める		Jullie moeten je gedragen
they see each other at the station 学び始める		ze zien elkaar op het station
why do you rush 学び始める		waarom haast je je?
i find myself in a dark place 学び始める		ik bevind me in een donkere plek
i can not imagine that 学び始める		dat kan ik me niet voorstellen
the station is located to the west of the city 学び始める		het station bevindt zich ten westen van de stad
i shave every morning 学び始める		ik scheer me elke morgen
we realize that very well 学び始める		dat realiseren we ons heel goed
you need to get dressed in two minutes 学び始める		je moet je binnen twee minuten aankleden
she is getting dressed 学び始める		ze kleedt zich aan
how do you change your clothes? 学び始める		hoe kleedt je je om
i am never bored 学び始める		ik verveel me nooit
i look forward to my birthday 学び始める		ik verheug me op mijn verjaardag
they are amazed by the dress 学び始める		ze verbazen zich over de jurk
i am wondering how much this cost 学び始める		ik vraag me af hoeveel dit kost
i can not afford that 学び始める		dat kan ik me niet veroorloven
he is ashamed of her 学び始める		hij schaamt zich voor haar
you don't have to be ashamed 学び始める		je hoeft je niet te schamen
i am proud of myself 学び始める		ik ben trots op mezelf
be kind to yourself 学び始める		wees lief voor jezelf
he is annoyed by trains 学び始める		hij ergert zich aan treinen
if i am not mistaken 学び始める		als ik mij niet vergis
i have seen myself in the mirror 学び始める		ik heb mezelf in de spiegel gezien
where do you see yourself in ten years 学び始める		waar zie je jezelf over tien jaar
how long ago is it since you cleaned this toilet 学び始める		hoe lang is het geleden sinds je dit toilet hebt schoongemaakt
there is a note on the table 学び始める		er ligt een briefje op de tafel
the cottage 学び始める		het huisje
will you turn off the lamp 学び始める		doe je de lamp uit
the leaf 学び始める		het blad
may i have another cup of coffee 学び始める		mag ik nog een kopje koffie
the flower 学び始める		de bloem
in the past many flowers grew here 学び始める		vroeger groeiden hier veel bloemen
it grows very fast 学び始める		het groeit zo snel
the baby has grown 学び始める		de baby is gegroeid
are you still alive 学び始める		leef je nog
which animals live in the forest 学び始める		welke dieren leven in het bos
the crop 学び始める		het gewas
the cave 学び始める		de grot
it snows 学び始める		het sneeuwt
the stone 学び始める		de steen
the rain 学び始める		de regen
the snow 学び始める		de sneeuw
the rainforest 学び始める		het regenwoud
the environment 学び始める		het milieu
the sky 学び始める		de lucht
the light 学び始める		het licht
the dust 学び始める		het stof
there is no smoke without a fire 学び始める		er is geen rook zonder vuur
you may not drive 学び始める		u mag niet rijden
does the bus stop at the square 学び始める		stopt de bus op het plein
the driving license 学び始める		het rijbewijs
the traffic 学び始める		het verkeer
the truck 学び始める		de vrachtwagen
the parking spot 学び始める		de parkeerplaats
the cyclist 学び始める		de fietser
the bike path 学び始める		het fietspad
the public transportation 学び始める		het openbaar vervoer
the pedestrian 学び始める		de voetganger
the sidewalk 学び始める		de stoep
the crosswalk 学び始める		het zebrapad
the traffic sign is at the fourth intersection 学び始める		het verkeersbord staat op het vierde kruispunt
you may cross when the traffic light turns green 学び始める		u mag oversteken als het verkeerslicht groen wordt
delays make me angry 学び始める		vertragingen maken me boos
that train is delayed by forty-five minutes 学び始める		die trein heeft drie kwartier vertraging
the rush hour 学び始める		het spitsuur
the traffic jam 学び始める		De files
the highway 学び始める		de snelweg
the gas station 学び始める		het tankstation
the week ends tomorrow 学び始める		de week eindigt morgen
i hate it 学び始める		ik haat het
the roof 学び始める		het dak
how many floors does this building have 学び始める		hoeveel verdiepingen heeft dit gebouw
the stairs 学び始める		de trap
we were living back then on the first floor 学び始める		we woonden toen op de eerste verdieping
i am waiting for you at the exit 学び始める		ik wacht op je bij de uitgang
the hallway 学び始める		de gang
the ceiling 学び始める		het plafond
the ground floor 学び始める		de begane grond
the heating is broken 学び始める		de verwarming is kapot
the basement 学び始める		de kelder
the attic 学び始める		de zolder
we have sent them a letter 学び始める		we hebben ze een brief gestuurd
tell me a story 学び始める		vertel me een verhaal
was there mail for me 学び始める		was er post voor mij
we already have had many discussions about that 学び始める		we hebben daarover al veel discussies gehad
the message 学び始める		de bericht
the conversation 学び始める		het gesprek
do not ignore me 学び始める		negeer me niet
i am warning you 学び始める		Ik waarschuw u
he yells at me 学び始める		hij schreeuwt naar me
she lies without being ashamed of it 学び始める		ze liegt zonder zich ervoor te schamen
the stamp 学び始める		de postzegel
i ship this box 学び始める		Ik verzend deze doos
i received it yesterday 学び始める		ik heb het gisteren ontvangen
what kind of music does that band make 学び始める		wat voor soort muziek maakt die band
the play consists of two parts 学び始める		het stuk bestaat uit twee delen
that was not a good concert at all 学び始める		dat was helemaal geen goed concert
the amusement park 学び始める		het pretpark
the tower 学び始める		de toren
the castle 学び始める		het kasteel
the toy 学び始める		het speelgoed
the swimming pool 学び始める		het zwembad
the zoo 学び始める		de dierentuin
i already know who is going to win 学び始める		ik weet al wie er gaat winnen
i relax during the weekend 学び始める		ik ontspan tijdens het weekend
we are collecting everything 学び始める		we verzamelen alles
i went for a walk 学び始める		ik maakte een wandeling
i do not know where that information is coming from 学び始める		ik weet niet waar die informatie vandaan komt
i do the dishes 学び始める		ik was af
they don't like vegetables 学び始める		ze lusten geen groenten
why do you stir the peanut butter 学び始める		waarom roer je de pindakaas?
he fries an egg for me 学び始める		hij bakt een ei voor me
that is a tasty dish 学び始める		dat is een lekker gerecht
the dessert 学び始める		het toetje
the starter 学び始める		het voorgerecht
the main course 学び始める		het hoofdgerecht
the herb 学び始める		het kruid
the fridge 学び始める		de koelkast
the spoon 学び始める		de lepel
the knife 学び始める		het mes
the cutting board 学び始める		de snijplank
the cutlery 学び始める		het bestek
he cooks the food until it is done 学び始める		hij kookt het eten tot het gaar is
the cup 学び始める		de beker
the bowl 学び始める		de kom
the cauliflower 学び始める		de bloemkool
the raw meat 学び始める		het rauwe vlees
put the lid on the pot 学び始める		doe het deksel op de pan
that is exactly the same 学び始める		dat is precies hetzelfde
how do you say that in German 学び始める		hoe zeg je dat in het duits
you are as big as me 学び始める		je bent net zo groot als ik
i can sing as well as her 学び始める		ik kan net zo goed zingen als zij
she is exactly as beautiful as her mother 学び始める		ze is precies zo mooi als haar moeder
they are about the same age 学び始める		ze zijn ongeveer even oud
few people live longer than a hundred years 学び始める		weinig mensen leven langer dan honderd jaar
that is more important 学び始める		dat is belangrijker
his car is smaller than mine 学び始める		zijn auto is kleiner dan die van mij
the cheap soap works just as well as the more expensive one 学び始める		de goedkope zeep werkt net zo goed als de duurdere
i am more often cold than warm 学び始める		ik heb het vaker koud dan warm
i had a dog when i was younger 学び始める		ik had een hond toen ik jonger was
it happens more often than you think 学び始める		het gebeurt vaker dan u denkt
what is tastier than apple 学び始める		wat is lekkerder dan appel
i do not know a happier person than her 学び始める		ik ken geen gelukkiger persoon dan zij
she is my older sister 学び始める		zij is mijn oudere zus
this book is the smallest of all books 学び始める		dit boek is het kleinste van alle boeken
it is the most important that you listen to your heart 学び始める		het is het belangrijkste dat je naar je hart luistert
that is the most important thing 学び始める		dat is het belangrijkste
he is the fastest 学び始める		hij is de snelste
she is the world's strongest woman 学び始める		zij is de sterkste vrouw van de wereld
he was the greatest writer of the last century 学び始める		hij was de grootste schrijver van de vorige eeuw
it was one of the oldest buildings in the city 学び始める		het was een van de oudste gebouwen in de stad
this was the best day ever 学び始める		dit was de beste dag ooit
they use the most bread 学び始める		ze gebruiken het meeste brood
the Netherlands is the best country of all 学び始める		Nederland is het allerbeste land
this is the beach with the fewest tourists 学び始める		dit is het strand met de minste toeristen
most people think i am interesting 学び始める		de meeste mensen denken dat ik interessant ben
he prefers drinking beer 学び始める		hij drinkt liever bier
i like to travel to france the most 学び始める		ik reis het liefst naar frankrijk
the more the better 学び始める		hoe meer hoe beter
silver cup 学び始める		zilveren beker
golden box 学び始める		gouden doos
iron is a metal 学び始める		ijzer is een metaal
the underwear 学び始める		het ondergoed
silk is a expensive fabric 学び始める		zijde is een dure stof
leather jacket 学び始める		leren jas
that pencil with which you are writing is mine 学び始める		dat potlood waarmee je schrijft, is van mij
he often promises things that he will never do 学び始める		hij belooft vaak dingen die hij nooit zal doen
the man whose daughter lives around the corner from me is too tall 学び始める		de man wiens dochter bij mij om de hoek woont, is te lang
she does that thing that you never do 学び始める		ze doet datgene wat jij nooit doet
the glass bottle 学び始める		de glazen fles
steel door 学び始める		stalen deur
please to meet you 学び始める		prettig met je kennis te maken
the real estate agent 学び始める		de makelaar
the accommodation 学び始める		de woonruimte
the house 学び始める		de woning
what are the possibilities 学び始める		wat zijn de mogelijkheden
it is not far from center 学び始める		het is niet ver van het centrum
advantage 学び始める		voordeel
that is true 学び始める		dat is waar
i will discuss it with him 学び始める		ik zal het met hem overleggen
i call you as soon as possible 学び始める		ik bel je zo snel mogelijk
what is wrong? 学び始める		wat is er aan de hand?
as you see 学び始める		zoals je ziet
terrible 学び始める		verschrikkelijk
itch 学び始める		jeuk
yesterday evening 学び始める		gisteravond
tell 学び始める		vertellen
during the day 学び始める		overdag
the football club 学び始める		de voetbalclub
the last few days 学び始める		de afgelopen dagen
i scratch my back 学び始める		ik krab mijn rug
good luck (get better) 学び始める		sterkte (word beter)
get better soon 学び始める		beterschap
i go to france on Monday 学び始める		Ik ga op maandag naar Frankrijk
may we pay 学び始める		mogen we afrekenen
shall we arrange a meeting for Monday 学び始める		Zullen we voor maandag een afspraak maken?
anything else? 学び始める		verder nog?
nice weekend 学び始める		prettig weekend
keep the change 学び始める		laat de rest maar zitten
the size 学び始める		de maat
to repeat 学び始める		herhalen
i need help 学び始める		ik heb hulp nodig
i am worried 学び始める		ik maak me zorgen
there is something wrong with my throat - it hurts 学び始める		ik heb last van mijn keel
yesterday i ate something delicious 学び始める		gisteren heb ik iets lekkers gegeten
i slept at 12 o'clock 学び始める		ik ben om 12 uur gaan slapen
i suffer from back pain 学び始める		ik heb last van rugpijn
my bicyle has never been stolen 学び始める		mijn fiets is nog nooit gestolen
it is clear 学び始める		het is duidelijk
it was slippery 学び始める		het was glad
the wheel 学び始める		het wiel
the tyres 学び始める		de banden
the seat 学び始める		het zadel
the carrier 学び始める		de bagagedrager
the handlebars 学び始める		het stuur
the pedal 学び始める		de trapper
the brakes 学び始める		de remmen
the expression 学び始める		de uitdrukking
I used to (back then) go to school on Saturday 学び始める		vroeger ben ik op zaterdag naar school
am I mistaken? 学び始める		vergis ik me?
I enjoy it here 学び始める		het bevalt me hier
the part-time job 学び始める		het bijbaantje
what a coincidence 学び始める		wat toevallig
I am getting ready for 学び始める		Ik bereid me voor op
I am not feeling well 学び始める		Ik voel me niet lekker
I do not remember the 2005 vacation 学び始める		Ik herinner me de vakantie van 2005 niet meer
I have to make a shopping list or i can not remember everything 学び始める		Ik moet een boodschappenlijstje maken anders kan ik me niet alles onthouden
annoying 学び始める		wat vervelend
I am very busy 学び始める		ik ben het veel te druk
i am 100% convinced 学び始める		ik ben zeker van mijn zaak
i earn as much as my brother 学び始める		ik verdien evenveel als mijn broer
i am involved in coaching 学び始める		ik ben betrokken bij coaching
challenging 学び始める		uitdagend
do not hesitate 学び始める		Aarzel niet
fixed work hours 学び始める		vaste werktijden
to decide 学び始める		beslissen

duolingo

コメントを投稿するにはログインする必要があります。

もっと